Declaratie-instructies schrijven

   

Met behulp van declaratie-instructies benoemt en definieert u procedures, variabelen, matrices en constanten. Bij het declareren van een procedure, variabele of constante, definieert u ook het bereik. Dit is afhankelijk van waar u de declaratie plaatst en van welke sleutelwoorden u bij de declaratie gebruik maakt.

Het volgende voorbeeld bevat drie declaraties.

Sub ApplyFormat()
    Const limit As Integer = 33
    Dim MyCell As Range
    ' Meer instructies
End Sub

Met de instructie Sub (met bijbehorende instructie End Sub) wordt een procedure met de naam ApplyFormat gedeclareerd. Elke keer dat de procedure ApplyFormat wordt opgeroepen of uitgevoerd, worden alle instructies tussen de instructies Sub en End Sub uitgevoerd.

De instructie Const declareert de constante limit en geeft hierbij het gegevenstype Integer en een waarde van 33 op.

De instructie Dim declareert de variabele MyCell. Het gegevenstype is een object, in dit geval een Microsoft Excel Range-object. U kunt een variabele declareren als elk object dat in de huidige toepassing beschikbaar is. Instructies Dim zijn een type instructies waarmee u variabelen kunt declareren. Andere sleutelwoorden die in declaraties worden gebruikt, zijn ReDim, Static, Public, Private en Const.